Een dik pak bewolking en dichte mist
Motregen valt uit een dik pak bewolking wat meestal laag hangt. Hele minuscule regendruppeltjes zijn net zwaar genoeg om naar beneden te vallen. Mot regen kan ook ontstaan tijdens dichte tot zeer dichte mist waarbij kleine druppeltjes door de wind tegen elkaar worden geduwd en samen een motregendruppel vormen. Wanneer het een hele dag motregent, dan valt er meestal net genoeg voor 1 of 2 millimeter neerslag. We spreken van een druilige, grijze dag. Vaak komen deze dagen voor in de herfst en in de winter. In de zomer lost motregen meestal op door de zon. Motregendruppels zijn zo klein, dat ze niet altijd weerkaatsen op regenradars. Motregen ontstaan vaak op een hoogste van minder dan 1500 meter waar een neerslagradar overheen kijkt.Motsneeuw en ijzel
Motsneeuw is de sneeuwvariant van motregen. Wanneer motregen beneden de 0 graden komt en het opvriest op de grond, spreken we van ijzel.